Wist je dat er op vandaag procesbegeleiders bestaan die woonzorgcentra coachen in de strijd tegen ondervoeding? En wil jij ook leren uit vernieuwende cateringconcepten in andere ziekenhuizen of zorgcentra? Het NuHCaS partnerschap brengt sectoren samen om kennis uit te wisselen, data-gebaseerd, en meer samenwerking te initiëren. De gezondheidsuitdagingen in de samenleving zijn immers aanzienlijk, en beduidende gezondheidsvoordelen zijn te behalen door gebalanceerde voeding. Denk maar aan obesitas, diabetes type 2 en hart-, maar ook van ondervoeding. Ontdek hier de kernboodschappen van het debat van 23 november te Brugge.
De klemtoon op preventie
In de aanloop naar de verkiezingen, bereidt het Departement Zorg en bij uitbreiding het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) haar bijdrage voor het regeerakkoord voor. “Daarin leggen we de klemtoon op preventie en vroegdetectie”, aldus Karine Moykens, secretaris-generaal van het Departement Zorg. “Zo gaan we verder op de ingeslagen weg van het plan ‘De Vlaming gezonder tegen 2025’. Dit is uiterst noodzakelijk om de gezondheidszorg op termijn betaalbaar te houden. Ook valpreventie, mentale gezondheid en mondzorg voegden we eraan toe.” Structurele partner hierin is het Vlaams Instituut Gezond Leven. “De consument aanzetten tot het maken van gezonde keuzes is het ultieme doel”, aldus Jolien Plaete van Gezond Leven. Een mix van strategieën is steeds noodzakelijk, om de consument en zijn omgeving kennis en vaardigheden bij te brengen (bvb. koken, plannen, leren proeven), een omgeving te creëren die gezonde keuzes stimuleert (bvb. gezonde snacks en dranken in automaten), en betrokkenheid te realiseren van de juiste actoren (bvb. ouders, leerkrachten, koks, directies). “Bovendien is de vaardigheid om snel en eenvoudig een evenwichtige maaltijd te bereiden, iets wat we steeds meer missen”, aldus Kris Gillis, co-voorzitter Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten. Ze pleit ook voor een betere doorverwijzing tussen zorgverleners, om een geïntegreerde zorg te realiseren. Daarin heeft de diëtist een rol zowel preventief als curatief.
En ook Fevia bekrachtigt de grote nood aan preventie, met een expliciete oproep naar het beleid om gezonde keuzes door de consument nog verder te stimuleren. Collectieve inspanningen van de voedingsindustrie hebben in het verleden al tot een verlaging van suiker en verzadigd vet in het productenaanbod geleid. “Die lijn wordt nu doorgetrokken met het ‘Nutri-Pact’, een Coalitie voor Beter Eten vanwege Fevia en Comeos, waarin de voedingsrichtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad in de praktijk worden gebracht, bvb. door het verwerken van volkoren pasta in maaltijden, een ruimer aanbod volkoren broden, snacks met noten, meer groenten, fruit, peulvruchten in bereidingen, en het verder verminderen van zout. Maar die productverbeteringen hebben slechts succes als de consument ervoor kiest, anders blijven ze in de schappen liggen. Daar heerst momenteel een probleem”, aldus Emilie Noë van Fevia. Fevia investeert nu in een onderzoeksproject met UGent om meer inzicht te krijgen in effectieve nudgingtechnieken.
De zorg van de toekomst is geïntegreerd en gepersonaliseerd
In 2017 startte het Departement Zorg het project van procesbegeleiders in woonzorgcentra. Het project bevat 4 thema’s waaruit woonzorgcentra kunnen kiezen: ondervoeding, valpreventie, psychofarmaca en mondgezondheid. Vandaag zijn er ongeveer 74 actieve opgeleide procesbegeleiders voor de 4 thema’s. Meer dan 386 woonzorgcentra, verspreid over heel Vlaanderen, hebben zich ingeschreven voor het doorlopen van een traject met een procesbegeleider, waarvan 73 gecoacht worden in ondervoeding geleid door 17 actieve procesbegeleiders. Dit initiatief is inmiddels verlengd tot 2028 en wordt verder uitgebreid. Via dit project worden verpleegkundigen, koks, maaltijdassistenten, etc. hands-on and on-the-floor getraind. Men leert aandacht te hebben en in te spelen op wat iedere bewoner nodig heeft, zonder dat dit een meerkost hoeft te hebben. Dit laat toe gepersonaliseerde zorg te verlenen, en dat maakt het verschil.
Voor thuiswonenden wordt verder ingezet op gezinszorg, om hen lang en gezond thuis te laten wonen. In die zin kunnen lokale dienstencentra vanaf 2024 ook begeleid worden door eerder vernoemde procesbegeleiders ondervoeding. Vertaling van deze aanpak wordt in de toekomst verkend naar centra voor bijzondere jeugdzorg en gehandicaptenzorg. Telkens is het belangrijk de specifieke context en behoeften te doorgronden, en mogelijkheden te verkennen om actoren te betrekken, bvb. door hen mee te laten koken. Het is ook een kwestie van de reeds aanwezige krachten maximaal te benutten.
Doelgroepen en settings
Een andere setting waar maaltijdbereiding en zorgverlening intens samengaan, zijn ziekenhuizen. Arnold Vanhecke, stafmedewerker catering bij AZ Groeninge, getuigt dat er met de ingebruikname van een nieuwe centrale keuken 3 jaar geleden overgeschakeld werd van een assemblagekeuken in koudelijn – waarbij er geen eigen productie was, maar waarbij alles kant en klaar werd aangekocht – naar ontkoppeld koken in koudelijn waarbij er gewerkt wordt met deels aangekochte producten en deels eigen bereiding (verhouding 60/40). “Door te werken met deels voorgegaarde producten, en gewassen en versneden groenten, kunnen chefs focussen op afwerking. Tijd en middelen worden geïnvesteerd in verbetertrajecten, waaronder een coaching door Gault & Millau. Naast een label, leverde dit bovenal een drive om voor elke maaltijd te streven naar de beste smaakbeleving, zoals die thuis is. En dat geldt evenzeer voor de dieet- of gepureerde afgeleide versies. Dit heeft betrekking op het brede cateringsysteem, inclusief de zorgondersteuners aan het bed. Het samen proeven – door chefs, diëtisten en logopedisten – is cruciaal om een beeld te krijgen hoe de patiënt de maaltijd beleeft. Bovendien is de centrale keuken aangevuld met 9 decentrale keukens op de afdelingen, van waaruit o.a. de broodbuffetkarren vertrekken. Vanuit de decentrale keukens leggen de zorgondersteuners het contact met de patiënt, en koppelen ze samen met de diëtisten terug naar de keuken. In dit voorbeeld kiest de directie voor een voedingsbeleid waarin geïnvesteerd wordt in kwaliteit.”
“Het is een waardevolle kans om van deze voorbeelden te leren”, aldus Karine Moykens van het Departement Zorg. Aansluitend doet ze de oproep om deze cases verder uit te diepen a.d.h.v. SWOT analyses, wetenschappelijk onderbouwd, om zo te verkennen hoe de vertaalslag eruit kan zien naar andere settings, zoals kinderdagbedrijven en woonzorgcentra.
Leren van elkaar
In Nederland viert de ‘Alliantie Voeding in de Zorg’ haar 15-jarig jubileum. “In het begin kreeg dit initiatief weinig aandacht, maar inmiddels is het een expertisecentrum en legt het de basis voor het impactvolle programma ‘Goede Zorg Proef Je’ met al 80 deelnemende ziekenhuizen en zorginstellingen”, aldus Menrike Menkveld-Beukers van de Alliantie. Dit programma ondersteunt ziekenhuizen en zorginstellingen bij de transitie naar een gezond en duurzaam voedingsaanbod voor patiënt, medewerker en bezoeker. Verschillende middelen, een lerend netwerk en een toolkit helpen bij het omzetten van visie naar implementatie, zoals het samenstellen van teams, het ontwikkelen van strategieën en het uitvoeren van evaluaties.
Kenmerkend is het multidisciplinaire karakter, waarin facilitair management, koks, artsen, verpleegkundigen, diëtisten, en andere beroepen betrokken zijn. Verder zorgt een wetenschappelijke onderbouwing voor een rode draad in alle acties, waaronder het identificeren van behoeften, bestuderen van klinische effecten of gedragsverandering, berekening van kosteneffectiviteit, en het formuleren van adviezen aan het beleid. Zo werken binnen de Alliantie ziekenhuizen samen met Wageningen Universiteit en is een online tool voor voedingsadvies op maat toepasbaar gemaakt in de behandeling. Multidisciplinaire teams verstrekken advies over voeding en levensstijl, wat niet alleen de gezondheid bevordert, maar ook het welbevinden en de levenskwaliteit verbetert. Het bieden van handvaten om hier zelf aan te werken, blijkt de sleutelfactor van het succes.
In het begin van 2023 zetten de ministeries voor landbouw en voeding in Vlaanderen en Nederland een belangrijke stap door een Memorandum of Understanding te ondertekenen, waarin zij zich verbinden tot het uitwisselen van kennis op het gebied van voeding en gezondheid. Als eerste stap is nu een vergelijkende studie van het voedingslandschap in de zorg in beide regio’s beschikbaar, die tijdens de conferentie werd voorgesteld. Je kan het volledige rapport opvragen via deze link.